Op de plaats van de huidige Stadsgehoorzaal, Breestraat nr. 60, was vanaf het begin van de twaalfde eeuw het Sinte Catharina gasthuis gevestigd. Een doorgangshuis voor arme vreemdelingen en bedelmonniken. Later een verpleeghuis voor de zieke armen van Leiden. Gedurende de Franse overheersing tijdens het bewind van Napoleon was het in gebruik als kazerne.
Voordat werd besloten om de huidige Stadsgehoorzaal te bouwen, beschikte Leiden al meer dan twee eeuwen over een "Stadsgehoorzaal" in de Lokhorststraat. In 1826 werd besloten een tweede grotere gehoorzaal te realiseren, in het oude Catharinagasthuis. De zaal zou worden gebruikt voor concertuitvoeringen en onder andere ook voor godsdienstonderwijs aan de armen.
De nieuwe Stadsgehoorzaal bestond voor het grootste gedeelte uit de oorspronkelijke ruimtes van het voormalige gasthuis, uiteraard aangepast aan de nieuwe behoeftes. De Grote Zaal van deze nieuwe Stadsgehoorzaal was 21 x 8,5 meter groot, de Kleine Zaal was slechts 5 meter breed. In andere delen van het oude gasthuiscomplex werden een industrieschool en verschillende wetenschappelijke verenigingen en kunstverenigingen gevestigd.
Door de beperkte omvang van de zalen voldeed het gebouw in de loop van de negentiende eeuw niet meer. In 1871 kreeg de gemeentearchitect J.W. Schaap de opdracht om binnen de bestaande architectuur een nieuwe Stadsgehoorzaal te creëren, voor het krappe budget van f 45.000. Er werd een hele etage bijgebouwd en de Grote Zaal werd verplaatst naar de huidige locatie. Vele kleine ruimtes verdwenen. Alleen een militair magazijn bleef behouden en werd koffiekamer (de huidige Cornelis Schuytzaal).
Aanvankelijk voldeed de nieuwe zaal uitstekend, maar al in 1889 werd ze verguisd als "tochtig en brandgevaarlijk". De gemeenteraad besloot opnieuw tot een verbouwing. Daartoe werd een belendend pand aangekocht, om te worden opgenomen in het gebouw. Maar voordat het zover kon komen, werd de zaal in augustus 1889 door een brand grotendeels verwoest. De opvolger van Schaap, gemeentearchitect ir. D.E.C. Knuttel, kreeg de opdracht ontwerpen in te dienen voor een nieuwe Stadsgehoorzaal. Na een studiereis naar het Gewandhaus in Leipzig, de Opera in Frankfurt, het Mellinitheater te Hannover en de Philharmonie in Berlijn werd uiteindelijk op 24 april 1890 het herbouwplan bij de raad ingediend. Reeds de volgende dag ging de eerste spade de grond in, waarna in de herfst van 1891 de bouw werd voltooid. Tegelijkertijd werd de "Kasteleinswoning" aan de Aalmarkt 7 opgeleverd. In dit gebouw woonden gedurende lange tijd de beheerders van de Stadsgehoorzaal.
Tegenwoordig is op dit adres de entree gevestigd van de nieuwe Aalmarktzaal, die in 2009 is opgeleverd.
De huidige Stadsgehoorzaal is een imposant voorbeeld van neo-renaissance-architectuur, die in ons land nauwelijks meer voorkomt. De voorgevel met de zuilengalerij geeft aan het gebouw een bijzondere allure. Versieringen en ornamenten zijn uitgevoerd in zink en zandsteen. Van het oorspronkelijke interieur (van na de brand) zijn verschillende onderdelen behouden gebleven, zoals de lambriseringen en balkons in de Grote Zaal en het gehele interieur van de Breezaal.
Gedurende decennia werden vele aanpassingen en uitbreidingen gemaakt. De Grote Zaal was in eerste instantie berekend op 1200 personen. Het plafond was ruim anderhalve meter hoger dan het huidige niveau en er zaten zelfs ramen in. De ramen werden al snel dicht gemetseld vanwege de overlast die het licht veroorzaakte. Later (bij de grote verbouwing in de jaren '60 uit de 20ste eeuw) werd het plafond kunstmatig verlaagd naar het huidige niveau. Interessant detail is dat er grote ramen werden gemaakt achter de stoelen op het frontbalkon.
Het complex was inmiddels, na tientallen jaren intensief gebruik voor vele doeleinden, dringend toe aan een structurele vernieuwing en uitbreiding met een extra zaal. In 1996 werd de Stadsgehoorzaal ingrijpend gerenoveerd onder auspiciën van de architect Kees Spanjers, die ook verantwoordelijk was voor de renovatie van de Beurs van Berlage in Amsterdam. De in de loop der tijd geheel dichtgezette gevel achter de zuilengalerij werd in oorspronkelijke staat hersteld, waardoor de karakteristieke negen bogen weer tot hun recht kwamen en de begane grond een veel lichter en opener aanzicht kreeg.
Ook in het interieur van de Grote Zaal werd een aantal belangrijke verbeteringen aangebracht. De verdieping van de zaal en het (flexibele) tribunesysteem verbeterden het zicht op het podium. Door het verwijderen van de in de jaren '60 aangebrachte toneellijst is de eenheid van podium en zaal hersteld en het podiumoppervlak vergroot. De comfortabele theaterfauteuils, de nieuwe kleuren en het sfeervolle sterrenplafond betekenen een verrijking voor het monumentale gebouw. Door de bijdrage van adviesbureau Peutz Associës bleef de zo waardevolle akoestiek van de Stadsgehoorzaal volledig intact.
De Breezaal met 250 zitplaatsen, aan de Breestraatzijde van het complex, ademt de sfeer van de 19de eeuw en is alleen al daarom een bijzonder sfeervolle plaats voor kleine concerten, vergaderingen of partijen.
In 2004 nam de gemeente Leiden het besluit tot uitvoering van de tweede fase van de renovatie. Hiervoor werd architectenbureau Van Mourik Vermeulen benaderd. De oude Aalmarktschool en de in 1962 gebouwde foyers werden afgebroken en in stijl herbouwd tot een moderne concertzaal met een nieuwe zaal, foyers en kantoren. De feitelijke bouwwerkzaamheden vingen aan in 2008.
Bron:Stadgehoorzaal Leiden geschiedenis.
Foto's: beide van Jan Goedeljee,
foto 1: gemaakt in 1870 na de verbouwing van het Sint Catharina Gasthuis, collectie Erfgoed Leiden en Omstreken, PV 28968.1
foto 2: gemaakt in 1872 na de verbouwing door J.W. Schaap, aan hem ter herinnering geschonken in 1885, collectie Erfgoed Leiden en Omstreken, PV 12.4