Hendrik Schouten werd op 14 december 1848 geboren in de Sionsteeg te Leiden als zoon en 6e kind van Jacobus Schouten en Sara Maria de Wit. Doordat, in de beleving van de mensen, de afstanden wat kleiner werden en een bekwaam werkman altijd en overal werk kon vinden, trekt hij na zijn huwelijk naar Den Haag. Daar werkt hij o.a. aan het opnieuw stukadoren van het plafond in de Parkkerk, een Rooms-katholieke kerk in het centrum van Den Haag. Dat zou niet zoiets bijzonders zijn, als hij in deze kerk niet het 'eeuwige licht', een belangrijk element in de R.K. Kerk-beleving, had uitgeblazen en daar zelf de nodige ruchtbaarheid aan had gegeven.
Nog wonende bij zijn ouders in de Vrouwekamp, trouwde hij op 5 september 1877 te Leiden met Aaltje Zwolsman, geboren op 15 april 1848 te Blokzijl als dochter van Barend Zwolsman en Aaltje van Beek, als dienstbode werkzaam in Den Haag en kort daarvoor te Warmond. Haar moeder, die dan in Kampen woont is bij het huwelijk aanwezig. Aaltje had geen makkelijk leven achter de rug. Haar vader heeft ze nooit gekend, die overleed toen ze een jaar oud was en haar moeder moest voor haar en haar twee zusters, de kost verdienen.
Ook na haar huwelijk ging het niet veel beter. Veel van wat Hendrik verdiende, zette hij in bij het kaartspel en de bijbehorende, vochtige en geestverruimende versnaperingen (je moet helder denken bij het kaarten) in de kroeg, zodat er voor het huishouden slechts enkele kruimels overbleven.
Haar man bracht meer geld naar de kroeg dan naar huis en maakte tot overmaat van ramp, op 14 juni 1905 een eind aan zijn leven, door zich op te hangen.
Een half jaar later, op de dag dat hij 57 zou zijn geworden, werd zijn kleinzoon Hendrik Albert geboren, die naar zijn beide grootvaders werd genoemd. Aaltje is nog voor haar 60ste verjaardag op 6 september 1907 overleden in Den Haag, in het huis aan de Sumatrastraat 35, tegenover haar zoon, die op nummer 50 woonde.
De portretfoto's die er van haar en haar man waren en nog bij haar oudste zoon in de gang van het huis in de Cederstraat hingen, zijn helaas verloren gegaan.
Bron:
Het essay "50 jaar genealogie", geschreven door een achterkleinzoon van Hendrik.