Terug naar kaart

Het verhaal van Laurens Schouten

rechts de Oude Rijn 35, waar Laurens werd geboren Laurens, vernoemd naar de grootvader van moederszijde; werd op 15 februari 1901 op de Oude Rijn 35 te Leiden geboren als 10e kind van Christiaan Schouten, op dat moment werkzaam als conciërge, en van Catharina Susanna Maria Nieuwenburg.

In 1908 verhuist het gezin naar een adres een stuk oostelijker op de Oude Rijn, naar nr. 180. Meerdere verhuizingen binnen Leiden zullen nog volgen, voordat het gezin, na het vroegtijdig overlijden van de vader in 1915, in april 1917 naar Den Haag vertrekt. Het gezin komt te wonen in De Kockstraat (Transvaalkwartier) waarna ook daar nog regelmatig verhuist zal worden. Die verhuizing was op aandrang van haar dochter Marie Schouten-van Ulden, wier man in Den Haag werk had gevonden bij het GEB (Gemeentelijk Energie Bedrijf) en daarom een paar maanden eerder naar Den Haag kwamen.


een voorbeeld van een advertentie die Laurens plaatste om zijn verkoop te stimulerenNa de lagere school in Leiden ging hij aan het werk als (leerling-) letterzetter bij een drukkerij in Leiden. Vervolgonderwijs heeft hij niet gevolgd. Daar was geen geld voor. In Den Haag werd hij als snel actief lid van een Gereformeerde Jongelingsvereniging die vraagstukken bestudeerde en met elkaar bediscussieerden over kerk, staat en maatschappij. Hij had een grote leesbehoefte; theologische boeken en geschiedenis hadden zijn voorkeur, maar heeft er ook een korte tijd in gehandeld.

Laurens vervolgt zijn werk bij een drukkerij, nu dus in Den Haag, als typograaf om begin jaren 1920 over te stappen naar een betrekking als ambtenaar-schrijver bij de Gemeentelijke Belastingdienst van Den Haag.

In januari 1921 wordt Laurens als belijdend lidmaat ingeschreven bij de Gereformeerde Nieuwe Zuiderkerk te Den Haag.
Hij krijgt kennis aan de bijna even oude Hermina Dekker en zij verloven zich in januari 1922. Hermina is geboren op 4 oktober 1901 in Ruinerwold aan Dijkhuizen als jongste kind van rietdekker Jans Dekker en Jantje van Veen, naaister gespecialiseerd in de Drentse klederdracht enmutsen.

In 1922 was klederdracht beslist nog niet uit de mode. Dat bleek wel uit het volgende intro over de plaats waar Hermina is gedoopt, de Gereformeerde Kerk van Ruinerwold-Koekange (Drenthe) die gelegen is in het gehucht Berghuizen, halverwege de beide dorpen.


Begin 1920 kwam zij ook naar Den Haag. Haar 13 jaar oudere en enige broer Hendrik-Jan had een kleermakerij aan het Hobbemaplein en zorgde voor de eerste opvang en wegwijs. Hermina was tot haar huwelijk werkzaam als interne huishoudelijke hulp. Ook zij wordt als belijdend lidmaat ingeschreven bij de Nieuwe Zuiderkerk in Den Haag in april 1921.
Het burgerlijk huwelijk in Den Haag op 18 september 1929 wordt kerkelijk op dezelfde dag bevestigd in de Westduinkerk te Den Haag door de wijkpredikant dr. K. Dijk.

ZELFSTANDIG

Laurens is vanaf ca. 1930 werkzaam als zelfstandig verzekeringsagent onder andere voor 'De Utrecht' en 'De Oude Haagsche' en daarnaast ook ziekenfondsbode. Kort daarna vestigt hij zich tevens als begrafenisondernemer, een veel voorkomende combinatie, maar wel een financieel waagstuk, ook later in zijn tijd zonder sociale voorzieningen als kinderbijslag en dergelijke, ZZP’er avant la lettre, evenals andere kleine middenstanders, die het als regel niet zonder meewerkende echtgenote en/of kinderen konden of zouden redden.

WONINGEN


Na het huwelijk betrekken Laurens en Hermina een 1e etagewoning aan de Spireastraat 64. Binnen twee jaar verhuizen ze naar een 1e etage aan de Zuiderparklaan 17 met direct zicht op de kopgevel van de eind 1929 in gebruik genomen Gereformeerde Valkenboskerk, waarvan zij meer 50 jaar lidmaten waren.
Maar het zal nog tot ruim na hun verhuizing in de zomer van 1934 duren naar de Escamplaan 140 eer in november 1935 daar hun eerste kind wordt geboren. Al zullen er spoedig nog zeven volgen, van wie er twee helaas levenloos ter wereld kwamen. Bij elkaar vier jongens en twee meisjes.
Een jaar na de geboorte van deze eersteling wordt het nummer 144, nu een bedenwoning met flinke tuin met schuur van bijna 120 m2. En een mogelijkheid om zijn beroep meer zichtbaar te maken.


Laurens had de overtuiging dat het medium radio een belangrijke rol kon spelen in de Evangelieverkondiging en hij werd daarom propagandist en ledenwerver voor de NCRV en dat leverde per geworven lid een aanbrengpremie op. Na 1945 (de omroep was in 1940-1945 door de bezetter verboden) werden deze mensen 'correspondent' genoemd en maakten doorgaans deel uit van een plaatselijk comité, centraal aangestuurd en gecoacht door de afdeling Propaganda van de NCRV in Baarn.

Aansluitend op het bovenstaande maken we eerst een sprongentje in de tijd; dat brengt iets meer duidelijkheid over het werk dat Laurens, en zijn gezin, toen voor de NCRV verrichtte.

Van de crisistijd midden jaren 1930 naar 1954 in de wederopbouwperiode.

De NCRV had al eens een landelijke feestdag georganiseerd onder de naam JUBO (Jubileumontmoeting) in 1949 bij het 25-jarig bestaan van deze omroep. Bij het 30-jarig bestaande werd dit grootser herhaald. JUBO-II op 2e Pinksterdag 1954.

Het benedenhuis aan de Escamplaan was op een paar zaterdagen voorafgaande aan de 'toogdag' veranderd in een boekingskantoor. Het omhoog geschoven voorkamerraam en via de gang ook de achterkamer deden dienst als loketten. Leden van het 'plaatselijk comité' bevolkten het huis. Ook de telefoon stond niet stil, maar wel vooraf komen betalen.

Op de grote dag vertrokken acht bussen naar de feestlocatie, het Larixdal in park Sonsbeek te Arnhem, met Laurens en zijn vrouw Hermina als colonneleiders. Oudste zoon en zijn vriendin en enkele leden van het plaatselijk comité waren assistent-leiders in de bussen. Uit het hele land waren vele tienduizenden leden aanwezig. Herman Felderhof sprak zelfs over 200.000 aanwezigen.
Na het serieuze morgengedeelte met een reeks sprekers afgewisseld met zang en muziek bood het middagprogramma velerlei ontspanning, o.a. een groots en lichtvoetig optreden van het Nederlands Christelijk Gymnastiek Verbond (NCGV) met 8000 deelnemers.
‘Propaganda van het zuiverste soort’ zei Laurens na afloop. Op JUBO-II werd het 300.000ste lid genoteerd; op JUBO-I was dat aantal nog 175.000.

Laurens kreeg voor zijn inzet de Orde van Verdienste van de NCRV in maart 1962, compleet met grote draagmedaille, reglement en oorkonde.


CRISIS, OORLOG EN WEDEROPBOUW

Een maand na hun huwelijk, de voortekenen wezen er al op, ontstond in de Verenigde Staten de beruchte Beurskrach van 24 oktober 1929 die leidde tot een wereldwijde grote economische recessie. In Nederland duurden de crisisjaren tot aan het einde van de jaren 1930. Ongeveer een kwart van de beroepsbevolking raakte werkloos en vele gezinnen moesten 'steun trekken'. Omdat de politieke leiders niet bij machte waren om de crisis te bezweren, kregen extreem politieke stromingen zoals de NSB voet aan de grond. De werkloosheid liep op van 144.000 in 1931 tot 630.000 in de winter van 1935-1936. Om te voorkomen dat steuntrekkers zwart bijverdienden, moesten zij zich twee keer per dag melden voor een stempeltje. Om gebruik te maken van dit werkloze arbeidspotentieel werden diverse werkverschaffingsprojecten opgezet, zoals de aanleg van de Afsluitdijk, het Amsterdamse Bos en het Haagse Zuiderpark.
Vanuit die crisis rolde men de 2e Wereldoorlog in met alle leed daaraan verbonden en zeker in de laatste oorlogsjaren was schraalhans keukenmeester, niet alleen voor het voedsel, maar aan alles was gebrek. Om je in die dertiger jaren van de 20e eeuw te vestigen als zelfstandige (nu zeggen we ZZP-er) is een stap van formaat en misschien wel noodgedwongen.

Het was voor het groeiende gezin een moeilijke periode, werkzaam als kleine zelfstandige, wat toen nauwelijks werd erkend en fiscaal niet bestond en slechts draaiende werd gehouden met behulp van een meewerkende echtgenote. Na 1945 bracht de wederopbouw en de daarmee gepaard gaande stadsuitbreiding Laurens ook nieuwe klandizie.

In tegenstelling tot zijn eigen jeugd, waar na de lagere school de kinderen direct een baantje moesten zoeken en de jongens in de praktijk een vak leerden was er in het gezin van Laurens en Hermina ruimte om de kinderen een vervolgschool te laten kiezen naar hun aanleg of voorkeur.Hoewel met z’n achten in een vierkamerwoning het wel wat krap was, werd dat gaandeweg beter, naarmate de een na de ander in eigen huisvesting ging voorzien. Ach, bij toerbeurt waren drie van de vier jongens wegens militaire dienstplicht 15 of 21 maanden doordeweeks in de kazerne.De brede Escamplaan waar het gezin woonde was een aantrekkelijk omgeving in het stadsdeel Rustenburg-Oostbroek, gebouwd in de periode 1925-1940. De wijk is vernoemd naar twee flinke boerderijen Rustenburg en Oostbroek, die in het stedenbouwkundig plan zijn opgenomen en als sport- en recreatieterrein nog steeds in gebruik zijn. De uitgangspunten van licht en ruimte van architect en stedenbouwkundige Berlage zijn in grote delen van die wijk herkenbaar.


Het oudste deel van de wijk is qua maatvoering in bijvoorbeeld de Bussumsestraat en de Spakenburgsestraat beperkt. Veel drielaagse woningbouw met open portieken. De kruisende lanen Escamplaan, Zuiderparklaan en Apeldoornselaan boden een royale indruk. De Dierenselaan was de winkelstraat bij uitstek. Maar op vrijwel alle straathoeken waren kleine detaillisten en neringdoenden gevestigd, bv. een waterstoker of een toko voor veterdrop enz. waar je ook voor paar dubbeltjes (na 1945) een step of iets kon huren. Parkeeroverlast werd eind 20e eeuw een steeds groter probleem ten koste van perkjes en plantsoenen en betaald parkeren.

OP OUDERE LEEFTIJD

Stukje bij beetje wordt de verzekeringsportefeuille verkocht. Het NCRV-incassowerk wordt beëindigd door de invoering van een meer efficiënte inning vanuit de NCRV met acceptgirobetalingen of automatische incasso. Het begraafwerk werd steeds vaker aan een bedienaar uitbesteed voor het routinewerk, mede omdat het meer dan voorheen een emotionele gebeuren werd. Alleszins begrijpelijk, als je soms meer dan 30 jaar lang premie had opgehaald en betrokkene en leed gedeeld was, kwam te overlijden.

De AOW op je 65e was een welkom basisinkomen. Er kon zelfs van gespaard worden tegen de tijd dat alle werkzaamheden zouden ophouden, wat rond zijn 70e het geval was. Er kwam gelegenheid om korte vakantietripjes te maken met zijn dochter als chauffeur en gids in Nederland en het nabije buitenland en daarbij werd Drenthe niet overgeslagen.

In 1981 verhuizen Laurens en Hermina voor het laatst, zij vertrekken vanuit Den Haag naar het verzorgingshuis 'Huize Adegeest' aan de Bachlaan te Voorschoten (daar woonde hun jongste dochter met haar man), waar zij een ruim benedenappartement krijgen met een openslaande deur naar de tuin. De plek waar zij tot hun overlijden zullen verblijven. Voor Laurens is dat tot 19 oktober 1984 als hij op ruim 83-jarige leeftijd overlijdt. Op 24 oktober wordt hij begraven op de begraafplaats Nieuw Eykenduynen te Den Haag. Hermina moet dan verkassen naar een veel bescheidener eenpersoonskamer. Zij overlijdt op 14 januari 1987 en wordt op 19 januari ook op Nieuw Eykenduynen begraven.

Tot slot mag niet onvermeld blijven dat de roepnaam van Laurens; Lau, alleen maar werd gebruikt in zijn familiekring. Zelf gebruikte hij het nooit, maar dat zal waarschijnlijk te maken hebben gehad met de aversie die zijn vrouw Hermina er tegen koesterde, vooral als het ook nog op z'n Leids werd uitgesproken.

Een bijdrage van Laurens Schouten jr.