Documenten Jacoba Schouten:

   Bewerking geboorteakte 30-10-1903,
   Erfgoed Leiden en Omstreken: nr. 0516 burgerlijke stand Leiden inv.nr. 4768 geboorten 1903 akte nr. 1467.

In het jaar negentien honderd drie, den dertigsten der maand October is voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Leiden verschenen: Adrianus Schouten oud vijf en dertig jaren, fabrieksarbeider wonende te Leiden, welke ons heeft verklaard dat Pietje Riethoven, zonder beroep wonende te Leiden, zijne huisvrouw te zijnen huize op den negen en twintigsten October negentien honderd drie, des namiddags te halfzes uren, bevallen is van een kind van het vrouwelijk geslacht, aan hetwelk hij bij deze geeft de voornaam van
Jacoba
Van welke verklaring wij deze akte hebben opgemaakt in tegennwoordigheid van Johannes Tegelaar, oud zeven en dertig jaren, wijnkopersknecht wonende te Leiden en van Adrianus Niehot, oud vier en zeventig jaren, zonder beroep, wonende te Leiden
En is deze akte, na gedane voorlezing, door ons den declarant en de getuigen geteekend.

   Bewerking huwelijksakte 30-04-1924,
   Erfgoed Leiden en Omstreken: nr. 0516 burgerlijke stand Leiden inv.nr. 4920 huwelijken 1924 akte nr. 146.

Heden dertig April negentien honderd vier en twintig zijn voor mij, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Leiden in het Raadhuis verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan: Jacobus Cornelis Uljee, oud twee en twintig jaren, banketbakker, geboren en wonende te Alkemade, meerderjarige zoon van Johannes Petrus Uljee oud een en vijftig jaren, banketbakker en van Adriana van Rijn, oud negen en veertig jaren, zonder beroep, beiden wonende te Alkemade, alhier tegenwoordig en toestemmende en Jacoba Schouten, oud twintig jaren, zonder beroep, geboren en wonende te Leiden, minderjarige dochter van Adrianus Schouten, oud zes en vijftig jaren, granietwerker wonende te Leiden, alhier tegenwoordig en toestemmende en van Pietje Riethoven, overleden.

De afkondiging van dit huwelijk is zonder stuiting alhier geschied en te Alkemade.
Geene verhindering tegen het gemelde huwelijk ter mijner kennis zijnde gebracht, heb ik bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk al die plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik in naam der wet uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.

Als getuigen waren tegenwoordig: Jacobus Schouten, oud twee en twintig Jaren, smid en Gerardus Schouten, oud vier en twintig jaren, koopman, beiden wonende te Leiden, broeders der bruid.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.