Documenten Jacobus Schouten:
Bewerking geboorteakte 02-11-1908,
Erfgoed Leiden en Omstreken: nr. 0516 burgerlijke stand Leiden inv.nr. 4774 geboorten 1908 akte nr. 1560.
Stadsarchief Rotterdam: nr. 999-06 burgerlijke stand Rotterdam inv.nr. 1931A huwelijken 1931 akte nr. 607.
Koninklijke Bibliotheek: Krantenarchief, Nederlandse Staatscourant 1937 nr. 82 van 01-05-1937.
Bewerking scheidingsakte 25-05-1937,
Gemeentearchief Rotterdam: nr. 999-06 burgerlijke stand Rotterdam inv.nr. 1937S1 huwelijken 1937 akte nr. 241.
Gemeentearchief 's-Gravenhage: nr. 335-01 burgerlijke stand 's-Gravenhage inv.nr. 1125 huwelijken 1937 akte nr. B 926.
Bewerking geboorteakte 02-11-1908,
Erfgoed Leiden en Omstreken: nr. 0516 burgerlijke stand Leiden inv.nr. 4774 geboorten 1908 akte nr. 1560.
In het jaar negentien honderd acht, den tweeden November is voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Leiden verschenen: Adrianus Schouten oud veertig jaren, los werkman wonende te Leiden, welke ons heeft verklaard dat Elisabeth Catharina Schouten, kartonwerkster wonende te Leiden, te zijnen huize op den een en dertigsten October negentien honderd acht des namiddags te twee uren, bevallen is van een kind van het mannelijk geslacht, aan hetwelk hij bij deze geeft den voornaam vanBewerking huwelijksakte 04-03-1931,
Jacobus.
Van welke verklaring wij deze akte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Stephanus Johannes Pret, oud vijf en dertig jaren, loopknecht wonende te Leiden en van Teunis Zwanenburg, oud acht en zestig jaren, zonder beroep, wonende te Leiden.
En is deze akte, na gedane voorlezing, door ons den declarant en den eersten getuige geteekend. De tweede getuige verklaarde, niet te kunnen schrijven, hebbende hij het niet geleerd.
Stadsarchief Rotterdam: nr. 999-06 burgerlijke stand Rotterdam inv.nr. 1931A huwelijken 1931 akte nr. 607.
Heden vier Maart negentien honderd een en dertig zijn voor mij, Ambtenaar van den burgerlijken stand van Rotterdam, in het openbaar, in het huis der gemeente verschenen ten einde een huwelijk aan te gaan: Jacobus Schouten, oud twee en twintig jaren, marinier, geboren te Leiden, wonende alhier, meerderjarige zoon van Elisabeth Catharina Schouten, overleden en Cornelia Wouterina Klootwijk, oud een en twintig jaren, zonder beroep, geboren en wonende alhier, meerderjarige dochter van Arie Klootwijk, oud vier en vijftig jaren, havenarbeider en Robberdina van den Broek, oud vier en vijftig jaren, zonder beroep, beiden wonende alhier. De ouders van de bruid, hierbij tegenwoordig, verklaarden in dit huwelijk toe te stemmen.Scheidingsadvertentie,
De afkondiging van dit huwelijk is alhier, onverhinderd geschied op een en twintig Februari dezes jaars.
Ik heb de bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander nemen tot echtgenooten en getrouwelijk alle de plichten zulen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik, in naam der wet, uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Martinus Ivo, oud vijftig jaren en Johannes Antonius Frankhuizen, oud zes en veertig jaren, beiden bediende en wonende alhier.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.
Aantekening op de akte:
Het in nevenstaande akte vermelde huwelijk is door vonnis van de arrondissementsrechtbank alhier gewezen op zes en twintig April negentien honderd zeven en dertig op heden ingeschreven in de de registers van den burgerlijken stand dezer gemeente door echtscheiding ontbonden. Rotterdam, vijf en twintig Mei negentien honderd zeven en dertig.
Koninklijke Bibliotheek: Krantenarchief, Nederlandse Staatscourant 1937 nr. 82 van 01-05-1937.
Bewerking scheidingsakte 25-05-1937,
Gemeentearchief Rotterdam: nr. 999-06 burgerlijke stand Rotterdam inv.nr. 1937S1 huwelijken 1937 akte nr. 241.
Heden vijf en twintig Mei negentien honderd zeven en dertig is aan mij, Ambtanaar van den burgerlijken stand van Rotterdam, bij exploit van den deurwaarder Fontijne, Hendrik, wonende alhier, ten verzoeke van Klootwijk, Cornelia Wouterina, zonder beroep, wonende alhier ter inschrijving aangeboden een vonnis van de arrondissements rechtbank alhier gewezen op zes en twintig april negentien honderd zeven en dertig waarbij is uitgesproken de echtscheiding tusschen Schouten, Jacobus, marinier, wonende alhier en Klootwijk, Cornelia Wouterina voornoemd gehuwd alhier op vier Maart negentien honderd een en dertig.Bewerking huwelijksakte 11-08-1937,
Voorts is aan mij ter hand gesteld eene verklaring, afgegeven door den griffier bij voormelde rechtbank, op negentien Mei negentien honderd zeven en dertig waaruit blijkt, dat tegen bovengemeld vonnis geen verzet of hooger beroep mogelijk is.
Waarvan akte.
Gemeentearchief 's-Gravenhage: nr. 335-01 burgerlijke stand 's-Gravenhage inv.nr. 1125 huwelijken 1937 akte nr. B 926.
Heden den elfden Augustus negentien honderd zeven en dertig zijn voor mij, Ambtenaar van den Burgerlijken stand der gemeente 's-Gravenhage, in het openbaar, in het Huis der Gemeente verschenen ten einde een huwelijk aan te gaan: Schouten, Jacobus, oud acht en twintig jaren, melkbezorger, geboren te Leiden, wonende alhier, laatst te Den Helder, gescheiden echtgenoot van Klootwijk, Cornelia Wouterina, meerderjarige zoon van Schouten, Elisabeth Catharina, overleden en van Gaalen, Adriana Wilhelmina, oud twee en veertig jaren, zonder beroep, geboren te Schiedam en wonende alhier, weduwe van Degenkamp, Gerardus Karolus, meerderjarige dochter van van Gaalen, Arie Willem en van Duimel, Johanna Maria, beiden overleden.
De afkondiging van dit huwelijk is zonder stuiting afgeloopen en had alhier plaats alsmede te Den Helder op den een en dertigsten Juli dezes jaars.
Bruidegom en bruid hebben mij overgelegd de bij de Wet voorgeschreven akten en bescheiden, zij verklaarden elkaar aan te nemen tot echtgenooten en getrouwelijk te zulen vervullen alle de plichten, welke de Wet aan den huwelijken staat verbindt, waarna ik in naam der Wet heb verklaard, dat zij door de echt aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Meeze, Jan Gerrit, oud een en zestig jaren, en Weerwag, Johannes, oud twee en dertig jaren, meubelmaker, beiden wonende alhier.
Hiervan is deze akte opgemaakt, welke overeenkomstig de Wet is voorgelezen.