Terug naar kaart

Documenten Sara Maria Schouten:

   Bewerking geboorteakte 04-03-1914,
   Erfgoed Leiden en Omstreken: nr. 0516 burgerlijke stand Leiden inv.nr. 4780 geboorten 1914 akte nr. 321.
In het jaar negentien honderd veertien den vierden Maart is voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Leiden verschenen: Jacobus Schouten oud zes en twintig jaren, broodbakker wonende te Leiden, welke ons heeft verklaard dat Hendrikje Wijga, zonder beroep, wonende te Leiden, zijne huisvrouw, te zijnen huize op den vierden Maart negentien honderd veertien des voormiddags te half zes uren, bevallen is van een kind van het vrouwelik geslacht, aan hetwelk hij bij deze geeft de voornamen van
Sara Maria.
Van welke verklaring wij deze akte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Jacobus Scholting, oud vijf en zeventig jaren, zonder beroep, wonende te Leiden en van Hendrik Schouten oud zes en vijftig jaren, zonder beroep, wonende te Leiden.
En is deze akte na gedane voorlezing, door ons den declarant en de getuigen geteekend.
   Bewerking huwelijksakte 01-05-1935,
   Gemeentearchief 's-Gravenhage: nr. 335-01 burgerlijke stand 's-Gravenhage inv.nr. 1094 huwelijken 1935 akte nr. A 431.
Heden den eersten Mei negentienhonderd vijf en dertig zijn voor mij, Ambtenaar van den Burgerlijken stand der gemeente 's-Gravenhage, in het openbaar, in het Huis der Gemeente verschenen ten einde een huwelijk aan te gaan: Mulder, Johannes Ernst, oud een en dertig jaren, kantoorbediende, geboren en wonende alhier, meerderjarige zoon van Mulder, Adam Johannes Cornelis, zonder beroep. wonende alhier en van Bosch, Gerdina Maria, zonder beroep, wonende te Bussum en Schouten, Sara Maria, oud een en twintig jaren, zonder beroep, geboren te Leiden, wonende alhier, meerderjarige dochter van van Schouten, Jacobus, oud zeven en veertig jaren, vrachtrijder, en van Wijga, Hendrikje, oud drie en vijftig jaren, zonder beroep, beiden wonende alhier, alhier tegenwoordig en toestemmende.

De afkondiging van dit huwelijk is zonder stuiting afgeloopen en had alhier plaats op den twintigsten April dezes jaars.
Bruidegom en bruid hebben mij overgelegd de bij de Wet voorgeschreven akten en bescheiden, zij verklaarden elkaar aan te nemen tot echtgenooten en getrouwelijk te zulen vervullen alle de plichten, welke de Wet aan den huwelijken staat verbindt, waarna ik in naam der Wet heb verklaard, dat zij door de echt aan elkander zijn verbonden.

Als getuigen waren tegenwoordig: Scholting, Hendrik, oud vier en vijftig jaren, handelsreiziger, wonende te Leiden en Kokee Cornelis, oud een en dertig jaren, kantoorbediende, wonende alhier.
Hiervan is deze akte opgemaakt, welke overeenkomstig de Wet is voorgelezen.