Terug naar kaart

Documenten Pieter Schouten:

   Bewerking geboorteakte 20-03-1835,
   Erfgoed Leiden en Omstreken: nr. 0516 burgerlijke stand Leiden inv.nr. 4996 geboorten 1835 akte nr. 334.
In het jaar een duizend acht honderd vijf en dertig, den twintigsten der maand Maart des voormiddags ten elf ure, is voor ons Wethouder der Stad Leyden, als gecommitteerd tot het werk van den Burgerlijken Stand derzelve Stad, verschenen Pieter Schouten oud zeven en twintig jaren, mandenmaker wonende aan de U iterstegracht Wijk 7 No. 527 welke ons heeft verklaard, dat Elisabeth Roelandse, zijne huisvrouw, op den twintigsten Maart achttien honderd vijf en dertig, des morgens ten drie ure, bevallen is van een kind. van het mannelijk geslacht, aan hetwelk hij bij deze geeft de voornaam van
Pieter
De gemelde verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Franciscus van Houtum wonende op de Haarlemstraat Wijk 6 No. 502 oud twee en dertig jaren, vachtenbloter en van Johannes Annot wonende op de Uiterstegracht Wijk 7 No. 528 oud zes en zeventig jaren, vachtenbloter.
En hebben de declarant en de getuigen, na gedane voorlezing, verklaard niet te kunnen schrijven.
   Bewerking overlijdensakte 09-11-1840,
   Erfgoed Leiden en Omstreken: nr. 0516 burgerlijke stand Leiden inv.nr. 4961 overlijden 1840 akte nr. 994.
In het jaar een duizend acht honderd en veertig, den negenden der maand November des voormiddags ten tien ure, is voor ons Wethouder, gedelegueerd Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Stad Leyden, verschenen Pieter Schouten vader van de na te noemen overledene oud twee en dertig jaren, mandenmaker, wonende op de Uiterstegracht en Jacobus Schouten, oom der overledene oud negen en twintig jaren, mandenmaker, wonende op de Uiterstegracht welke ons verklaard hebben, dat op den zevenden November achttien honderd en veertig, namiddags ten een ure, in het huis op de Uiterstegracht overleden is
Pieter Schouten
geboren te Leyden oud vijf jaren en zes maanden gewoond hebbende in voornoemd huis, kind van Pieter Schouten voornoemd en van Elisabeth Roelandse echtelieden wonende beiden binnen deze Stad.
En hebben wij hiervan deze acte opgemaakt, welke na voorlezing door ons is onderteekend. Beiden declaranten verklaarden niet te kunnen schrijven.