Terug naar kaart

Catharina Johanna Schouten:

   Bewerking geboorteakte 18-04-1908,
   Erfgoed Leiden en Omstreken: nr. 0516 burgerlijke stand Leiden inv.nr. 4774 geboorten 1908 akte nr. 583.
In het jaar negentien honderd acht, den achttienden April is voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Leiden Verschenen: Joris Schouten oud twee en twintig jaren, mandenmaker wonende te Leiden, welke ons heeft verklaard dat Wilhelmina Johanna Kettenis, zonder beroep wonende te Leiden, zijne huisvrouw te zijnen huize op den zestienden April negentien honderd acht, des namiddags te half een uren, bevallen is van een kind van het vrouwelijk geslacht, aan hetwelk hij bij deze geeft de voornamen van
Catharina Johanna
Van welke verklaring wij deze akte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Petrus Cornelis Kettenis, oud zes en veertig jaren, gasfitter wonende te Leiden en van Stephanus Johannes Pret, oud vijf en dertig jaren, loopknecht, wonende te Leiden.
En is deze akte na gedane voorlezing, door ons den declarant en de getuigen geteekend.
   Bewerking huwelijksakte 22-09-1930,
   Erfgoed Leiden en Omstreken: nr. 1005 burgerlijke stand Leiden inv.nr. 60 huwelijken Akte jaar 1930 nr. 462.
Heden twee en twintig September negentien honderd dertig zijn voor mij, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Leiden in het Raadhuis verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan: Theodorus Uiterdijk, oud vier en twintig jaren, boekbinder, geboren te Leiden, wonende te Haarlem, meerderjarige zoon van Johannes Jacobus Uiterdijk, oud acht en vijftig jaren, brugwachter, wonende te Leiden, alhier tegenwoordig en toestemmende, en van Cornelia Helena van der Krogt, overleden. en Catharina Johanna Schouten, oud twee en twintig jaren, zonder beroep, geboren en wonende te Leiden, meerderjarige dochter van Joris Schouten, mandenmaker, en van Wilhelmina Johanna Kettenis, zonder beroep, beiden oud vijf en veertig jaren, en wonende te Leiden, alhier tegenwoordig en toestemmende;

De afkondiging van dit huwelijk is zonder stuiting alhier geschied en te Haarlem.
Geene verhindering tegen het gemelde huwelijk ter mijner kennis zijnde gebracht, heb ik bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk al die plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik in naam der wet uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.

Als getuigen waren tegenwoordig: Petrus Cornelis Kettenis, oud acht en zestig jaren, zonder beroep, grootvader der bruid en Johannes Jacobus Uiterdijk, oud acht en twintig jaren, typograaf, broeder van den bruidegom, beiden wonende te Leiden.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.