Documenten Jacobus Bodrij:
Doopakte 02-10-1803,
Erfgoed Leiden en Omstreken: nr. 1004 DTB Leiden inv.nr. 256 doopboek N.H. Hooglandse Kerk 1796-1803 folio 174.
Bewerking huwelijksakte 09-10-1828,
Erfgoed Leiden en Omstreken: nr. 0516 burgerlijke stand Leiden inv.nr. 4819 huwelijken 1828 akte nr. 190.
Erfgoed Leiden en Omstreken: nr. 0516 burgerlijke stand Leiden inv.nr. 4954 overlijden 1833 akte nr. 729.
Doopakte 02-10-1803,
Erfgoed Leiden en Omstreken: nr. 1004 DTB Leiden inv.nr. 256 doopboek N.H. Hooglandse Kerk 1796-1803 folio 174.
Bewerking huwelijksakte 09-10-1828,
Erfgoed Leiden en Omstreken: nr. 0516 burgerlijke stand Leiden inv.nr. 4819 huwelijken 1828 akte nr. 190.
In het jaar achttien honderd acht en twintig, den negenden October 's voormiddags ten elf ure, zijn voor ons Jonkheer Jean Gijsberts de Meij Burgemeester der Stad Leyden, als gecommitteerd tot het werk van den Burgerlijken Stand, gecompareerd Jacobus Bodry, jongman, oud 25 jaren, geboren te Leyden den tweeden October achttien honderd drie; sjouwer, wonende aan de Middelstegracht, Wijk 7 N: 545, meerderjarige zoon van Jacobus Bodry, wever en van Geertruij Kesselenberg, spindster, echtelieden, wonende in de Langestraat, beiden alhier tegenwoordig en toestemmende. Voldaan hebbende aan zijne verpligtingen omtrent de nationale militie, blijkens certificaat van Z.E. den Heer Gouverneur van Vriesland, in dato den 16 September1828 no. 1805 en Aagje Schoute, jongedochter, oud 21 jaren, geboren te Delft den vierden January achttien honderd zeven wonende aan de Middelstegracht wijk 7 n 345 meerderjarige dochter van Jan Schouten, overleden te Amsterdam den zevenden October achttien honderd elf blijkens doodextract in dato den vier en twintigsten July achttien honderd acht en twintig en van Aagje Teske, spindster, wonende aan de Middelstegracht, alhier tegenwoordig en toestemmendeBewerking overlijdensakte 21-08-1833,
welke ons verzocht hebben het door hun voorgenomen Huwelijk te voltrekken, waarvan de afkondigingen voor de hoofddeuur van ons Raadhuis zijn geschied, namelijk de eerste den acht en twintigsten September en de tweede den vijfden October beiden des jaars achttien honderd acht en twintig, 's middags ten twaalf uren.
Geene verhindering tegen het gemelde Huwelijk ter onzer kennis zijnde gebragt, hebben wij, aan hun verzoek voldoende, na voorlezing der gemelde stukken, als mede van het Hoofdstuk der titel van het Burgerlijk Wetboek, tot opschrift hebbende van het Huwelijk, ieder der aanstaande Echtgenooten afgevraagd, of zij elkander wederkeerig tot Man en Vrouw wilden nemen: waarop door elk derzelven afzonderlijk een toestemmend antwoord zijnde gegeven: verklaren wij in naam der Wet, dat
Jacobus Bodry en Aagje Schoute, door het huwelijk verbonden zijn, Van het welk wij acte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van: Gerrit Lepelaar, oud 32 jaren, zoutraffineerder wonende in de koolstraat; Pieter Cornelissen, oud 25 jaren, zoutwerker, wonende op de Oranjegracht, Johannes Siere, oud 25 jaren, knecht in de Zoutkeet, wonende aan de Langegracht en Jacobus Charité, oud 27 jaren, knecht in de Zoutkeet, wonende in de Koenesteeg.
welke na gedane voorlezing benevens de contracterende partijen hebben verklaard niet te kunnen schrijven, uitgezonderd den eersten getuigen, die deze acte nevens ons onderteekend heeft.
Erfgoed Leiden en Omstreken: nr. 0516 burgerlijke stand Leiden inv.nr. 4954 overlijden 1833 akte nr. 729.
In het jaar een duizend acht honderd drie en dertig den een en twintigsten der maand Augustus des voormiddags ten elf ure, is voor ons Wethouder der Stad Leyden, als gecommitteerd tot het werk van den Burgerlijken Stand derzelve Stad, verschenen: Willem Boudry, oud vijf en twintig jaren, wever wonende in de Langestraat, Wijk 8 No. en Willem Honsbeek oud zes en twintig jaren, sjouwer, wonende in de Vestestraat, Wijk 7 No. 258, welke ons verklaard hebben, dat op den een en twintigsten Augustus achttien honderd drie en dertig, 's morgens ten half een ure, in het huis op het Lootskerkplein Wijk 8 No. overleden is
Jacobus Boudry,
geboren te Leyden oud circa dertig jaren gewoond hebbende in voornoemd huis, man van Aagje Scholten, zoon van Jacobus Boudry en Geertrui Kesselenberg wonende alhier
En hebben de declaranten, na gedane voorlezing, verklaard niet te kunnen schrijven.