Documenten Maria Schouten:

   Bewerking geboorteakte 20-06-1904,
   Erfgoed Leiden en Omstreken: nr. 0516 burgerlijke stand Leiden inv.nr. 4770 geboorten 1904 akte nr. 866.

In het jaar negentien honderd vier, den twintigsten der maand Juni is voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Leiden verschenen: Cornelis Schouten oud een en dertig jaren, los werkman wonende te Leiden, welke ons heeft verklaard dat Maria Voorzaat, zonder beroep wonende te Leiden, zijne huisvrouw te zijnen huize op den negentienden Juni negentien honderd vier, des voormiddags te elf uren, bevallen is van een kind van het vrouwelijk geslacht, aan hetwelk hij bij deze geeft den voornaam van
Maria
Van welke verklaring wij deze akte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Jacobus Schouten, oud twee en zestig jaren, stucadoor wonende te Leiden en van Hendrik Voorzaat, oud vijf en vijftig jaren, fabrieksarbeider wonende te Leiden.
En is deze akte, na gedane voorlezing, door ons den declarant en de getuigen geteekend.

   Bewerking huwelijksakte 01-04-1925,
   Erfgoed Leiden en Omstreken: nr. 0516 burgerlijke stand Leiden inv.nr. 4921 huwelijken 1925 akte nr. 95.

Heden één april negentien honderd vijf en twintig zijn voor mij, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Leiden in het Raadhuis verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan: Hubertus Kesseboom, oud drie en twintig jaren, los werkman, geboren en wonende te Leiden, meerderjarige zoon van Barend Kesseboom, oud negen en vijftig jaren, los werkman en van Magdalena Förrer, oud zestig jaren, zonder beroep, beiden wonende te Leiden, alhier tegenwoordig en toestemmende en Maria Schouten, oud twintig jaren, zonder beroep, geboren en wonende te Leiden, minderjarige dochter van Cornelis Schouten, oud twee en vijftig jaren, metaalbewerker en van Maria Voorzaat, oud drie en vijftig jaren, zonder beroep, beiden wonende te Leiden, alhier tegenwoordig en toestemmende.

De afkondiging van dit huwelijk is zonder stuiting alhier geschied.
Geen verhindering tegen het gemelde huwelijk ter mijner kennis zijnde gebracht, heb ik bruidegom en de bruid afgevraagd of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk al die plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik in naam der wet uitspraak gedaan, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.

Als getuigen waren tegenwoordig: Christiaan Theodorus Hoppenbrouwer, koopman, neef van de bruid en Willem Frederik van Duuren, los werkman, beiden oud een en twintig jaren en wonende te Leiden. De moeder van den bruidegom verklaarde door onkunde niet te kunnen schrijven.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.