Wout wordt op 28 maart 1924 in de Koolstraat te Leiden geboren als vierde kind van de stoker Wouter Schouten en van Maria Pieternella Filemon. Zijn lagere schooltijd brengt hij door op de Protestants-Christelijke school in de Pasteurstraat. Een school die dan onder leiding staat van de bovenmeester Jacobus Schouten, een ver familielid, maar waarschijnlijk weet hij dat niet.
Het gaat goed op school, vooral voor zingen krijgt hij een hoog cijfer. Niet omdat hij zo goed zingt, maar wel omdat hij de te leren psalmen en gezangen altijd uit het hoofd kent.
Hoe het verder gaat is niet echt duidelijk, hij was een prater, maar vertelde weinig. Hij volgde de avondhandelsschool en kreeg een relatie met een meisje “van goeden huize” -naar men zegt-. De oorlogsjaren bracht hij naar eigen zeggen vooral door met het rollen van sigaretten bedoeld voor de verkoop of het ruilen tegen andere schaarse producten. Waaronder een schilderij dat nog steeds in de familie is.
Dat hij in die tijd werkte als expeditieknecht en de sigaretten ook tot problemen konden leiden blijkt uit het volgende:
Pollitierapport,
Erfgoed Leiden en Omstreken: Dossier071, 0552 politiearchief 572 periode januari-juni 1942.
Na de oorlog verloopt zijn relatie en maakte hij kennis met een andere vrouw, de dan 19-jarige Henderika Kanbier, dochter van Bastiaan Kanbier en Clara Adriana van de Wetering, waarmee hij op 5 februari 1947 te Leiden trouwt (moet trouwen). Een huwelijk dat niet alleen meer dan 60 jaar duurt, maar waaruit ook zes kinderen worden geboren. Door de woningnood gedwongen wonen zij nog enkele jaren op de bovenverdieping van zijn ouderlijk huis, tot dat eindelijk een woning vrijkomt in de Ververstraat te Leiden, nu een gemeentelijk monument. Iets dat ook de woning in de Koolstraat, daterend uit het begin van de zeventiende eeuw, ten deel had moeten vallen. Ware het niet dat de projectontwikkelaar die het gehele terrein van de toenmalige zoutkeet had gekocht, waarvan de woning deel uitmaakte, de regels daaromtrent aan zijn laars heeftgelapt.
Wout en Riek, 3 october op de Grote Havenbrug, jaar en maker onbekend,
Archief Schouten in Leiden:
Naast het werk als zelfstandig verzekeringsagent voor de maatschappij “De Eerste Hollandsche” dat hij op dat moment al geruime tijd doet, treedt hij na zijn huwelijk ook in dienst bij de “Hollandsche Constructie Werkplaats” in Leiden. Dat is geen lang leven beschoren, reeds een paar jaar later laat hij deze werkzaamheden achter zich en gaat werken als vertegenwoordiger bij de Handelsmaatschappij “De Veluwe”. Het filiaal daarvan in Leiden staat onder leiding van ook een Schouten. Mogelijk familie, maar wie dat is blijft nog onduidelijk.
Een periode die wordt gebruikt om te experimenteren met eigen handel: samen met een compagnon, die een bibliotheek beheert op de Apothekersdijk, starten zij een handel in sokken. Loopt een tijdje, maar eindigt in een mislukt avontuur.
Het werk voor ‘De Veluwe” duurt ook niet lang, na slechts een drietal jaren verdwijnt het filiaal uit Leiden en treedt hij in dienst bij de chemische wasserij “fa. Boekkooi”. Werk dat hem aantrekt, zozeer zelfs dat hij al spoedig ‘voor zich zelf begint’, eerst nog met uitbesteding van het reinigingswerk, maar al spoedig met een eigen bedrijf, de chemische wasserij “Perfect” gevestigd te Woubrugge. Een winkel in Leiden en veel werk uit het nieuwe rayon Haarlem leidt er toe dat de ruimte in Woubrugge al snel te klein wordt. Als in Voorhout de voormalige School met de Bijbel en het daaraan verbonden woonhuis aan de Jacoba van Beierenweg te koop wordt aangeboden, is dat de gedroomde plek om uitbreiding van het bedrijf te realiseren.
advertentie personeel gezocht,
Erfgoed Leiden en Omstreken: krantenarchief, Leidsch Dagblad van 26-01-1970.
In 1975 komt een eind aan het bedrijf, problemen met een compagnon en een vrouw die wegens ziekte eigenlijk niet alleen mag blijven doen het ondernemerschap de das om. Na verkoop van de panden en de inventaris van het bedrijf verhuizen zij naar de Julianalaan in Voorhout. Het adres waar Wout tot aan zijn overlijden op 20 april 2009 zal blijven wonen.
Evenals de vorige woning waarin hij heeft gewoond, wordt ook het huis aan de Jacoba van Beierenweg aangewezen als gemeentelijk monument. Een status waarop hij tijdens zijn leven geen enkele invloed heeft kunnen uitoefenen. Maar het blijft wel een bijzonder fenomeen.
85 jaar, een lange periode waarover veel verloren is gegaan, foto’s, akten en andere papieren, bijna alles blijkt weggegooid. Slechts enkele stukken in het bezit van de kinderen, zoals het trouwboekje en een klein aantal foto’s herinneren aan deze tijd.