Op 4 september 2021 verscheen in het Leidsch Dagblad de necrologie van Maria Veldhuizen geschreven door Broer Roolvink.
Hier volgt het artikel in zijn bewoordingen:
Riet Schouten-van Veldhuizen geboren: Hazerswoude, 9 augustus 1932, overleden: Leiden, 24 juli 2021.
Zij was gehuwd met Bernardus Arnoldus (Ben) Schouten, zoon van Wilhelmus Schouten en Berdina Elisabeth Tiele, (1922-2012).
Op 2 oktober 1991 werd Riet Schouten ereburger van de gemeente Leiden. De eer kwam haar toe door de manier waarop zij haar werk had gedaan voor de gemeente. Maar vast ook om de mens die zij was, want zij was er altijd voor de ander.
Burgemeester Goekoop zei in zij toespraak: "U bent een vrouw die niet alleen door weer en wind en beton ging, maar die ook echt bij het wel en wee van de jongeren in Leiden was betrokken."
Overigens, haar sociale bewogenheid betrof niet alleen de toenmalige werkende jongeren, maar alle mensen die hulp nodig hadden. Ook toen zij zelf al op leeftijd was, nodigde zij nog 'oudjes' uit om bij haar te komen eten en bracht hen dan 's avonds weer naar hun huis. Opmerkelijk: toen zij tenslotte zelf hulpbehoevend werd wilde ze van hulp niks weten en een ander beslist niet tot last zijn. Boven haar overlijdensbericht stonden dan ook de veelzeggende woorden 'na een leven vol 'opoffering'.
Riet van Veldhuizen -de oudste van zes kinderen- werd geboren in Hazerswoude, groeide op aan de Groenedijk en toen zij zeven was verhuisden zijn naar de Morsweg in Leiden. Na de Mulo kreeg zij een administratieve baan bij Braakman Textiel aan het Noordeinde. De man die haar voor die functie aannam heette Ben Schouten. Zij was later zestig jaar met hem getrouwd.
Aanvankelijk woonden ze bij haar schoonouders in, die zij verzorgde. Ook heeft Riet haar eigen ouders tot aan hun sterven verzorgd. Maar ze had toot aan zijn dood bovendien zorgen om haar man Ben, die een bipolaire stoornis had.
En daarnaast dus een drukke baan. Want in 1972 kwam Riet Schouten bij de Stichting Werkende Jongeren, die vorig jaar vijftig jaar bestond. In het begin had zij maar één collega, de onderhoudsman, maar de organisatie groeide snel en daarmee ok het aantal medewerkers. De stichting kocht verschillende panden in de stad, knapte die vervolgens op en kon zo op termijn aan meer dan twaalfhonderd werkende jongeren onderdak bieden.
Riet Schouten, die er tot 1991 directeur was, regelde in haar eentje de toewijzing. Zij voelde haarfijn aan in welk huis iemand het best op zijn of haar plek was. Daarnaast fungeerde zij als een soort wijkagent, die er in slaagde allerlei soorten van conflicten te bezweren.
Daarnaast deed Riet Schouten nog veel meer: Jarenlang was zij vrijwilligster bij het Rode Kruis en leidde er handwerk-,. borduur- en quiltgroepen. En ook was tuinieren tot op hoge leeftijd haar hobby. Vooral genoot zij van haar fuchsia's. De laatste jaren waren zwaar. Ook omdat zij tenslotte aan de ziekte van Parkinson leed, moest zij in januari van dit jaar naar woonzorgcentrum Rijn en Vliet.
Riet Schouten-van Veldhuizen, wat een in beton gegoten menslievend karakter. Wij mogen met respect en gevoelens van dankbaarheid aan deze indrukwekkende Leidse terugdenken.