Terug naar kaart

Documenten Elisabeth Schouten:

   Bewerking geboorteakte 17-07-1909,
   Erfgoed Leiden en Omstreken: nr. 0516 burgerlijke stand Leiden inv.nr. 4775 geboorten 1909 akte nr. 946.
In het jaar negentien honderd negen, den zeventienden Juli is voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Leiden verschenen: Jacobus Schouten oud twee en twintig jaren, los werkman wonende te Leiden, welke ons heeft verklaard dat Jacoba Bon, zonder beroep wonende te Leiden, zijne huisvrouw, te zijnen huize op den zestienden Juli negentien honderd negen, des namiddags te halftwee uren, bevallen is van een kind van het vrouwelijk geslacht, aan hetwelk hij bij deze geeft den voornaam van
Elisabeth
Van welke verklaring wij deze akte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Jacobus Schouten, oud vier en veertig jaren, bleeker wonende te Leiden en van Izaak Cornet, oud zes en zestig jaren, zonder beroep, wonende te Leiden.
En is deze akte, na gedane voorlezing, door ons den declarant en de getuigen geteekend.
   Elisabeth,
   Archief Reinier Schouten: datum onbekend.
   Bewerking huwelijksakte 29-06-1932,
   Erfgoed Leiden en Omstreken: nr. 1005 burgerlijke stand Leiden inv.nr. 62 huwelijken 1932 akte nr. 269.
Heden Negen en twintig Juni negentien honderd twee en dertig zijn voor mij, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente Leiden verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan: Adrianus van den Berg, oud acht en twintig jaren, pottenbakker, geboren te Hazerswoude, wonende te Leiden, meerderjarige zoon van: Johannes van den Berg, overleden, en van: Maria van der Laan, oud zeven en veertig jaren, zonder beroep, Wonende te Leiden; alhier tegenwoordig en toestemmende; en Elisabeth Schouten, oud twee en twintig jaren, zonder beroep, geboren en wonende te Leiden, meerderjarige dochter van: Jacobus Schouten, oud vijf en veertig jaren, lompensorteerder, en van: Jacoba Bon, oud vijftig jaren, zonder beroep, beiden wonende te Leiden, alhier tegenwoordig en toestemmende;

De afkondiging van dit huwelijk is zonder stuiting alhier geschied.
Geen verhindering tegen het gemelde huwelijk ter mijner kennis zijnde gebracht, heb ik bruidegom en bruid afgevraagd of zij elkander aannemen tot echtgenooten en getrouwelijk al die plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn. Nadat deze vragen door hen bevestigend beantwoord werden, heb ik in naam der wet verklaard, dat zij door het huwelijk aan elkaar zijn verbonden.

Als getuigen waren tegenwoordig: Cornelis Baart, oud vier en twintig jaren, kettingtoetser, wonende te Leiden, en Martinus Egbertus Josephus Stevens, oud acht en dertig jaren, rijwielhandelaar, wonende te Amsterdam, zwager van den bruidegom.
Waarvan akte, welke overeenkomstig de wet is voorgelezen.