Een kuiper werkte in een kuiperij, een werkplaats waar houten kuipen en vaten of tonnen gemaakt worden. Het beroep (of ambacht) van kuiper is nagenoeg verdwenen, omdat de kuipen of vaten tegenwoordig van metaal gemaakt worden. Het ambacht wordt ook kuiperij genoemd.
Kuipen worden toegepast voor het bewaren en vervoeren van onder andere vloeistoffen, denk daarbij aan wijn en bier. Ook in de historische scheepsbouw waren kuipen onmisbaar. Behalve voor het vervoer van vers drinkwater, drank en oliƫn, werden kuipen op grote schaal toegepast voor het versjouwen van vis, waarbij de vis in lagen - afwisselend met zout - in de ton werd gestapeld. In de vijftiende, zestiende en zeventiende eeuw waren bij een scheepswerf, zoals bekend van Amsterdam en Rotterdam, altijd diverse kuiperijen gevestigd.
Kuipers worden onderscheiden in natte en droge kuipers. De laatste maakt vaten om droge stoffen in te bewaren. De natte kuipers vervaardigden vaten als haringtonnen, wijn- en biervaten, wringtobbes, pers- en opslagkuipen. Daarnaast werden emmers, wastobbes en ook wel drijvers voor netten vervaardigd.
De verschillende producten, die in de vaten moesten worden opgeslagen stelden verschillende eisen. Haringvaten of regentonnen behoefden niet van de allerhoogste kwaliteit te zijn. Als grondstof gebruikte men inlands grenen of eiken. Voor cognac was bij voorkeur Frans eiken de grondstof, voor andere alcoholische dranken gebruikt(e) men Slavonisch of Amerikaans eiken. Biervaten moesten aan de binnenkant gepekt worden, zodat het hout geen invloed op de smaak kon uitoefenen. Voor de hoepels gebruikte men oorspronkelijk wilgenhout, later werd dit vervangen door ijzer.
De duigen werden op maat gemaakt met behulp van verschillend gereedschap.
Wanneer de duigen op maat en in de juiste vorm zijn gebracht, worden ze rechtop gezet en aan een kant bijeengehouden door beslagbanden. Vervolgens wordt het vat met de wijde kant naar beneden boven een vuur rondgedraaid, zodat ze kunnen buigen. Vervolgens wordt het vat in wording omgekeerd, waarna men de duigen met een strop, die aangedraaid kan worden, in het juiste model brengt, waarna ook daar een hoepel kan worden aangebracht. Onder en boven wordt een groef aangebracht waarin de bodem en later het deksel worden vastgezet.
Zo nodig wordt een gat aangebracht met een stop, zodat daar t.z.t. een kraan in kan worden bevestigd.
De wringtobbes, pers- en opslagkuipen ten behoeve van de zuivelindustrie worden van teakhout gemaakt.
Het woord kuiperij wordt in de Nederlandse taal ook van oudsher gebruikt om intrige(s) mee aan te duiden. Het is onduidelijk of kuiperij in deze betekenis etymologisch verwant is aan de benaming van het ambacht.
In de Antwerpse haven wordt een havenbedrijf dat gespecialiseerd is in het goederen vastzetten of sjorren in zeeschepen of in containers kuiperij genoemd. Werknemers die goederen vastzetten worden kuipers genoemd.
Het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen heeft nog een werkende kuiperij, waar 5 dagen per week het oude ambacht wordt gedemonstreerd door enkelen van de laatste handmatige kuipers in Nederland. Er worden in de oude volledig ingerichte werkplaats nog steeds met de hand tonnen, houten emmers, putsen, tobbes, jonen en brelen, voerbakken en vele andere vroeger door de kuiper gemaakte voorwerpen vervaardigd.
Het Jenevermuseum te Hasselt, het Museum voor Oudere Technieken te Grimbergen, het Karrenmuseum te Essen en het openluchtmuseum te Bokrijk bevatten een collectie kuipersgereedschap. Sinds april 2005 is er bij de Molen van Sloten in Amsterdam-Sloten een Kuiperijmuseum, waarin veel te zien is over dit oude ambacht.
Bronnen:
www.wikipedia.nl
www.beroepenvantoen.nl