De Passementwerker

een voorbeeld van borduursel Passement is een vorm van decoratief borduurwerk of kantkloswerk, dat vervaardigd wordt door een gespecialiseerd kleermaker, de passementwerker, die belegsels, borduurwerk, tressen, of garnering van goud- of zilverdraad vervaardigt, voor op kleding. In passement kunnen ter decoratie kwastjes, gaas, pompons, franje en rozetten verwerkt worden, en materialen als kant, zijde, kralen.
Passementen werden veel op kostuums van bijvoorbeeld hoogwaardigheidsbekleders toegepast, en vergen veel handwerk om ze te maken. Ook vindt men dikwijls passement aan lampekappen, theatergordijnen, kleedjes en als ruches.
Een gekende manufactuur was De Backer, gevestigd in Brussel.

De passementwerker weefde doorgaans op een recht scheerraam

Passementen worden enerzijds onderscheiden in
a. gouden en zilveren boordsels of galons en anderzijds
b. in wollen en zijden boordsels of passementen.

Ad a. De hoofdgrondstof hier was goud- en zilverspinsel, dat verkregen werd wanneer men een draad, bijv. van zijde, schroef- dan wel spiraalvormig omwond (omspon) met goud- of zilverplatsel. Men onderscheidde echt of vals platsel. Ook gebruikte men als gronddraad wel dun ijzer- en koperdraad, bijv. ten behoeve van dameshoeden.

Ad b. De wollen of zijden boordsels of passementen onderscheidde men in militaire passementen, zelen of singels en leidsels (waartoe ook broekdraagbanden oftewel galgen of bretels gerekend werden, met als grondstof o.a. hennep- of werkgaren en vlas), meubelpassementen voor het bezetten van zijden behangsels, opgevulde meubels enz., naadbelegsels (zeer smalle zijden of wollen passementen voor het bezetten van de naden van de binnenbekleding van rijtuigen), rijtuig en livreipassementen (van onversneden fluweel en waarvan de oppervlakte met kleine noppen bedekt is).

Passementswerkers waren o.a. in Amsterdam en Utrecht in gilden georganiseerd:
In de Handvesten van Amstelredam 1362 b van 1632 staat o.a.: “Klachten … van de Meester-passementwerckers van ’t Voetgetou … over de Jongens”.
In het Utrechts Placaatboek 3, 779a van 1628 wordt gesproken van “De Deeckens van het Zyde Passementwerckers Gilde”.

Passementmaaksters aan het werk, foto op de Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid 1898.
Bronnen:
Beroepen van toen.
Wikipedia.nl